Morgen wordt Isis 13. Ze is de oudste en ieder jaar betrap ik mij erop dat ik op 11 september altijd reflecteer. Over hoe graag we een kindje wilden. Hoeveel geluk we hebben gehad. Hoe het ons leven heeft verreikt. Isis zelf loopt te zingen en te springen door het huis. De laatste dag 12, morgen is ze 13 en een echte tiener. Ze heeft er zin in, ze straalt. Nog zo jong en toch voelt ze zich al een beetje oud.
Wat oud betekent zie ik regelmatig in het verzorgingshuis waar ik met een dame, laten we haar Jess noemen, koffie ga drinken. Ze is dementerend en iedere keer als ik langskom maken we kennis. Inmiddels weet ik veel van haar. Want in tegenstelling to wat iedereen zegt, praat ze. In ieder geval met mij. Jess is moe, oud, en grijs en vaak als ik kom ligt ze nog in bed.
Deze week was ze er de hele week nauwelijks uitgeweest. Als ik kom voor mijn uurtje met haar ligt ze in bed. Ze heeft een mooie kamer, dit is een luxe verzorgingshuis. Maar hoe mooi het ook is, het oog voor detail ontbreekt. Jess heeft geen familie die haar regelmatig komt bezoeken. Het fotolijstje met de foto van haar moeder is omgevallen, de foto is er half uitgeschoven. De gordijnen zijn nog half dicht, het onaangeroerde ontbijt staat koud en uitgedroogd op haar tafeltje. Van het nog volle kopje koude koffie is de bodem van het kopje te zien, zo slap is het. Er hangt een setje kleren over een stoel, het dwarrelt stof in het rond als ik binnenloop.
Een klein vogelkopje kijkt mij vanonder de dekens aan. "Lief dat je komt" zegt ze, "maar vandaag blijf ik in bed, laat mij maar lekker met rust", en ze draait zich naar de muur. Ik vertel haar over de dag, dat het koud is buiten en dat ik heel goed begrijp dat ze geen zin heeft om eruit te komen.
Dat betekent dat ik koffie ga halen bij het cafe op de hoek. In plaats van dat we daar samen heen schuifelen.
Ik bestel sterke koffie, triple shot, oor mij zwart, voor haar met melk. Voor Jess neem ik ook altijd iets lekkers mee. Iedere keer iets anders. Vorige keer had ik een bladerdeeg driehoek met appel, maar die was moeilijk te eten met de trillende handen van de oude dame, en ze verzuchtte dat het goed was dat ze snel weer naar huis mocht, omdat ze haar beginnen te kennen als niet elegant en dat vond ze zo beschamend...... Geen driehoek dus dit keer maar een stevig passievrucht cakeje.
Als ik terugkomt bij Jess wil ze nog steeds niet opstaan of praten. Ik ga toch naast haar zitten en pak een krant om wat uit het nieuws voor te lezen en plaatjes te laten zien. Het paardenrace seizoen begint weer en er is een bijlage over de laatste mode. Ik laat haar foto's met jurken zien en vraag wat ze mooi vindt. Geel? Rood? Kort? Lang? Langzaam trekt Jess bij en begint ze interesse te tonen.
Ik zie dat ze een stapel cd's heeft, en een cd speler. Misschien helpt muziek? Ik ken geen enkele muzikant uit haar verzameling tot ik een cd van Andre Rieu zie staan, the best off. Ik vertel haar dat hij een landgenoot is, en of ik mag luisteren. Dat vindt ze prima en ook wel een beetje grappig. Ik ben eigenlijk ook wel een beetje nieuwsgierig, nog nooit heb ik iets zijn muziek gehoord.
Terwijl de viool en orkest op de achtergrond walsen spelen praat ik over het footy-seizoen en de finales die net begonnen zijn. Ik vind uit voor welke club ze is (in Melbourne heeft iedereen een club waar hij of zij voor gaat, vrouwen zijn over het algemeen net zo fanatiek als de mannen),
We zoeken haar club op in de krant en Jess wil nu wel haar koffie. Ik zet haar (met bonkend hart, als ze maar niet valt!) in haar grote stoel, kussentje onder haar voeten, deken over haar benen en ze eet genoeglijk haar cakeje en drinkt haar koffie. Ik heb het in een grote mok geschonken, zodat ze die beter vast kan houden.
Na ruim een uur moet ik gaan. Ik zeg tegen Jess dat ik weg moet en ze wil meteen weer terug in bed, "voordat ze willen dat ik opsta" fluistert ze met angstige ogen. Ik heb het met haar te doen. Maar ik moet de staf waarschuwen dat ze op is, het is beter voor Jess dat ze aangekleed wordt en meedoet met een middagactiviteit . De staf vraagt of k nog even wil blijven om te helpen met de medicatie, zodat ze niet hoeven te dwingen dat Jess haar pillen inneemt. Ik blijf nog even en voor het eerst deze week neemt ze zonder enig probleem een tabletje in. De passievrucht cake doet wonderen.
Ik zwaai en roep "Tot volgende week". Ze zegt haar standaard zin terug " Misschien, want ik denk dat ik naar huis mag morgen......."
Ik ga terug naar huis om taart te bakken en verjaardskadootjes in te pakken. Het contrast tussen jong en oud is enorm. En in mijn reflectie denk ik na over oud worden. Hoe het is als ouderdom en dementie toeslaan zoals bij Jess. Die afhankelijk is van mensen zoals ik, die een keer in de week een praatje maken, en koffie met haar drinken, betaald.....
Ik geniet extra van de voorbereiding voor de verjaardag morgen. Van mijn onafhankelijkheid en bewegingsvrijheid. Een luxe. Natuurlijk breng ook een taartje naar Jess.
Oud en jong, eigenlijk maakt het niet uit. We zijn allemaal maar gewoon mens :-). En daar hoort een taartje op een verjaardag bij.