Het is wennen. Werken. In uren die je eigenlijk niet hebt. Wel hebt, maar niet kunt gebruiken omdat de kindjes rondlopen. Omdat je ze moet ophalen. Wegbrengen. Er moet gekookt worden, boodschappen gedaan, o ja, een verjaardagskadootje. Maar er moet ook voorbereid worden. En er moet een CV herschreven worden. Op woensdag heeft het CV prioriteit. Ik neem de jongens mee naar Playdays, de grote binnenspeeltuin. Niet de plek waar je normaal gezien zou willen zijn, maar de jongens vinden het helemaal het einde en spelen 3 uur lang aan een stuk, terwijl ik op een plastic tuinstoel zit, aan een plastic tafeltje, tussen alle "mothers groups" en schreeuwende kinderen. Met de laptop op het tafeltje, de stralende jongens af en toe aan mijn zij herschrijf ik mijn CV. Het is een wonder hoe tijdsdruk het tempo kan versnellen. Af en toe heen en weer rennend om de jongens te vertellen dat andere kindjes ook in hun huisje mogen, of dat ze niet de motors van andere kindjes mogen afpakken, of op hoofden van 2 jarige peuters mogen springen als ze aan de slinger door de lucht vliegen en zich met en zwaai in de ballenbak laten vallen. Het lukt, en het CV komt woensdag af. Nu maar hopen dat het de "cake" geworden is waar de CEO die ik heb gesproken op doelde.
Donderdag moet er gewerkt worden want vrijdag worden de eerste analyses, structuurvoorstellen en ideeen verwacht. Het is een race tegen de klok. Het wordt een lange dag, en een korte nacht. En 's ochtends voor dag en dauw op om om 7.15u op kantoor in de stad te zijn. Bud brengt de kinderen weg, ik heb precies 4 uur voor ik weer terug moet om de jongens op te halen. Ik geniet. Voel me de koning te rijk als ik tussen de mensen in de trein zit die ook op weg zijn naar werk. Het kantoor waar ik de opdracht doe zit in South Melbourne. Ik loop een stuk tussen de enorme gebouwen van het business center, steek Kingsway over, de drukste toegangsweg van het centrum en 10 banen breed. En kom in de straat waar ik moet zijn. Allemaal oude panden in verschillende staten van onderhoud. Ik moet bij een donkerbruin pand zijn, drie verdiegingen hoog. Binnen is het mooi en strak, een geweldige werkplek waar een aantal dertigers met eigen bedrijfjes een kantoorpand delen over drie verdiepingen.
In vier uur tijd werken we keihard, met resultaat. Ik ben blij, de opdrachtgever ook. Wat is dit leuk. Zingend ga ik naar het kantoor van Bud dat vlakbij zit om mijn treinkaart in te ruilen voor de autosleutels. Zo winnen we tijd en kan ik op tijd terug zijn om de jongens te halen.
Die zijn zo blij dat het weekend is dat ze bij bakker Bob willen lunchen. Met groene limonade uit een flesje en allebei een bolletje zonder beleg. We moeten de lunch overhaast afbreken want Tom is vergeten thuis te plassen en plast bijna in zijn broek. Hier zijn cafe's en dergelijke niet verplicht om een wc te hebben dus we gieten de groene limonade terug in de fles, pakken de bollen in en rennen naar huis zonder al te grote schade.
In de middag maak ik het werk af, haal Isis op die natuurlijk nog even in de speeltuin wil. Dan moeten we nog boodschappen doen, een kadootje halen voor een feestje. En dan zet ik thuis iedereen voor de televisie, zet Nemo aan en voel me schuldig. Maar het werkt wel want binnen een half uur is het laatste stukje werk af en kan het de deur uit. Pfffff...... Bud komt thuis met goed nieuws, hij heeft een heel positief "mid year review" gesprek gehad. En hij is blij. En ik dus ook! Een week in het teken van werk.
Maar daar zou dit stukje niet over gaan. Wel over werk, maar een ander soort werk. Schoolwerk, "working bees". Vandaag was het de beurt van de ouders van de 4 prep klassen om de schooltuin, de speeltuinen en de sportvelden in twee uur te vegen, te harken, te knippen, en te wieden op school bij Isis. We moeten onze eigen tuinspullen meenemen. We hebben geen tuin, dus spullen hebben we niet. Jawel zegt Simon en haalt zijn kruiwagen en de strandset tevoorschijn. We pakken nog het huisbezempje mee en een stoffer en blik en gaan op pad. We gaan met z'n allen omdat de kinderen er zo'n zin in hebben. Bud en ik merken dat ze een tuin missen. Wij lopen natuurlijk helemaal voor gek om onze werkspulletjes. Iedereen is gewapend met grote werkhandschoenen, enorme kruiwagen, harken zo breed als de mond van een walvis. Veertig soorten bezems, dertig soorten scheppen en zelfs een stoepstofzuiger. Gelukkig wil iedereen graag delen dus harken en vegen we er op los. Simon werkt het hardst van allemaal, die staat 2 uur achter elkaar zijn kruiwagen te vullen, bladeren weg te gooien, te harken. De schooldirecteur en de assistent lopen goedkeurend rond terwijl 3 van de 4 onderwijzers van de prep klassen een sausage sizzle voorbereiden. Om klokslag 11.00u is de school weer spic en span, zijn de twee uur voorbij en staan de kinderen in de rij voor een worstje en en boterham. Isis staat keurig met haar twee broers in de rij en bestelt voor haar en Tom een worstje met saus, voor Simon zonder. Ze zijn apentrots en voldaan. 's Middags slapen ze alledrie terwijl ik de chaos in huis probeer op orde te brengen want om 14.30u komen de overburen op bezoek.
Als iedereen weg is en we aan tafel zitten hebben we het over een bril voor Bud. Tom begint,"Bud moet de bril van Marit op". En dan moet iedereen hem op. De kinderen liggen onder tafel van het lachen, en lachen nog harder als ze zichzelf later op de foto zien.
Nu is het rustig in huis. De was gestreken, iedereen in bed, morgen begint weer een drukke week. Simon telt de dagen tot Nederland. Tom is snipverkouden en loopt met een zachte doek achter zich aan door huis voor zijn zere neus. Isis heeft als huiswerk een Boemerang met traditional and contemporary Aboriginal Art moeten versieren. We zijn er klaar voor. Laat de maandag maar komen.