Ik plak intussen pleisters op de blaren van mijn tenen en trek mijn laarzen aan. Weliswaar met te hoge hakken, maar op mijn andere schoenen kan ik echt niet meer lopen. Snel mijn fototoestel in mijn tas en weg ben ik. De ketting heen en weer zwiepend om mijn nek. Ik ben toch nog niet zo elegant als ik zou willen zijn.....
Ik loop een stukje onze straat door en sla af richting het station. Het is eindelijk een keer mooi weer!
De trein staat al te wachten. Ons station is een beginstation dus er is altijd plek. Ik moet nog een artikel lezen over patiëntbetrokkenheid in het opnieuw opzetten van zorgprojecten in ziekenhuizen, en geniet van de 20 minuten rust die ik heb. Zo lang duurt het voor ik eruit moet.
Nu wandel ik naar het ziekenhuis, een tochtje van ongeveer 10 minuten. Geen straf.
Dit is Punt Road, ik werk in het zwarte gebouw aan de linkerkant.
Ik begin de binnendoor gangetjes al te kennen. Met mijn pas die alle deuren doet openen ga ik door de stafingang naar binnen. Ik merk dat ik nog steeds nieuw ben in de baan, en trots. Ik kan het niet laten om af en toe met de kaart voor een deur te wapperen. Het kind in mij is een beetje wakkergeschud.....
Van het kantoor mag ik geen foto's nemen. Ik zit in een ruimte aan het raam, waar ik een computer deel met iemand die dat geloof ik niet zo leuk vindt. Tenminste, niet op de dagen dat we er allebei zijn. Er is en team van 5 mensen en we zitten aan lange tafels langs de muur en het raam. De manager zit in een eigen kantoor in dezelfde ruimte, de grote baas die leider is van het project waar ik aan meewerk, ook.
Het leven wordt beheerst door vergaderingen. Vooral nu voor mij. Ik moet heel veel mensen, commissies, afdelingen en werkgroepen leren kennen. Het duizelt mij voor mijn ogen. Bovendien moet ik alle losse projectonderdelen aan elkaar zien te breien en een gevalideerde patiëntvragenlijst afhebben, maandag...... Ik leer snel. Die vragenlijst had ik al af, op basis van de criteria die ze hadden gesteld. Maar zo makkelijk gaat het niet, de universiteit houdt zich er mee bezig, een vragenlijst validator en nog tientallen andere mensen die alles weten van vragenlijsten. Behalve ik, en ik moet opleveren. Maandag....
Het is precies zoals ik het wil. Ik zit er middenin. Leer het ziekenhuisjargon, kijk ademloos naar de processen, de ambulance helicopters die af en toe landen. Probeer kpi's te begrijpen en af en toe wat zinnigs te zeggen. Mijn Engels wordt in een noodtempo bijgespijkerd, evenals de manier van communiceren. Iedere mail die je krijgt begint met "Hi", maakt niet uit naar wie je hem stuurt. Mensen die mij niet kennen maar wel al een mail hebben gehad zeggen meteen dat ze wisten dat ik uit Europa kom. Vanwege mijn formele schrijfstijl..... Ok. Ook weer geleerd.
Ik heb inmiddels een mooi café ontdekt, op de bovenste verdieping van een onderzoeksinstituut. Buren van het ziekenhuis waar wij ook mogen komen (weer die pas!). Samen met een onderzoeker bespreken we de vragenlijst. Ik kijk stiekem af en toe naar buiten. Daar ligt de stad. Iedereen raadt het park aan. Maar of er ooit tijd zal zijn om te gaan om een rondje te lopen?
Vijf uur nadat ik uit de trein ben gestapt zit ik weer op het station. De trein rijdt voor mijn neus weg. O ja, de centrale klok van het ziekenhuis staat 5 minuten achter. Dat weet iedereen, behalve ik. Ongeschreven regels en wetenswaardigheden, daar kom je het moeilijkste achter. Aan de andere kant, ik wist dat de trein voor 7 uur 's ochtends gratis is, daar had nog nooit iemand van gehoord. Had ik dan toch nog wat toe te voegen vandaag?
Mijn oog valt op de muur tegenover de bank waarop ik op de volgende trein zit te wachten. Biscuits. Mijn lunch. Ik heb honger. Dat was ik even vergeten in de hectiek van de dag.
En zo, knabbelend op mijn boterham met kaas, zwiepende ketting in mijn tas, laarzen omgewisseld voor zachte gympen (ja, ik leer snel!) zit ik in de trein terug naar huis. Om op tijd te zijn voor het middagprogramma van de kinderen. Voetballen, zwemmen, huiswerk, eten, badderen, lezen, bed.
En dan aan het werk. Want het patiënt tevredenheidsonderzoek laat mij niet los.