zaterdag 6 februari 2010

een tweeling

Dit weekend gaan Isis en ik op kraamvisite bij Margaret, de moeder van Mimi. Mimi is de Zimbabweese klasgenote van Isis en Margaret is een goede vriendin van mij geworden. Ze heeft afgelopen donderdag een tweeling gekregen en ligt nog in het ziekenhuis. Een van de ziekenhuizen die op gebied van bevallingen als allerbeste staat aangeschreven.

Als we bij het ziekenhuis komen valt mij meteen het schokkende contrast op tussen openbaar- en prive-ziekenhuis. Beide ziekenhuizen bevinden zich op dezelfde lokatie, alleen in andere delen van het gebouw. Vanuit het vooroorlogse pand met vloerbeddekking (het openbare ziekenhuis) kijken we naar de prachtige deuren van geslepen glas waarachter waarschijnlijk het paradijs voor de prive-patient ligt, het prive-ziekenhuis.

Margaret is stralend en zit trots op haar bed terwijl twee van haar vriendinnen de babies wiegen. Het zijn prachtige kindjes, heel verschillend. Een klein, fijn en heel rustig. Slaapt de hele tijd. De tweede is groot, heeft een enorme bos krullen en heeft haar ogen open. Ze hebben nog geen naam, het zijn tweeling 1 en tweeling 2. Terwijl wij op bezoek zijn en ik tweeling 1 mag vasthouden, worden uitgebreid de namen besproken. Welke naam past het beste bij welk kindje. Ik mag ook meedenken, maar alleen als het gaat om het uitspreken van de namen. Kan een buitenlander als ik, vergelijkbaar met een Australier, ook de prachtig klinkende klanken uitspreken van de betekeninsvolle namen? Ik slaag met een score van 3 van 5. Drie namen kan ik uitspreken, twee andere niet omdat ik de letter "D" verkeerd uitspreek. De twee namen die ik niet goed kan articuleren vallen af.
Margaret met Tweeling 1

Het is een heel bijzonder bezoek en ook een beetje moeilijk. Ik ken de regels van de Zimbawese cultuur niet. Het blijkt dat ik de oudste in de kamer ben en de mooiste stoel is voor mij gereserveerd. Er is een speciale manier van introduceren, een ouder iemand moet altijd door een jonger iemand geintroduceerd worden, maar ik raak de volgorde kwijt en voel me verloren. Isis rent intussen met Mimi en een ander meisje over de kraamafdeling die vol ligt met pasgeboren babies en vermoeide moeders. Een Indiaase familie van 19 personen komt net uit een kamer waar behalve hun familielid, nog een moeder ligt die wanhopig probeert wat te slapen. Het is er warm. Niemand houdt zich aan bezoektijden, het is rommelig.
Dit schijnt normaal te zijn hier. Margaret zegt ter geruststelling dat de artsen van het openbare ziekenhuis dezelfde zijn als in het prive-ziekenhuis. Zorgtechnisch hoeft ze zich geen zorgen te maken, maar de rest?

Dat het vol is op de afdeling is te begrijpen. Er is een babyboom in Melbourne (gemiddeld 1.9 kinderen per vrouw) en een tekort aan kraambedden en aan verloskundigen. Iedereen bevalt hier in het ziekenhuis, het aantal keizersnedes dat gedaan wordt overstijgt het aantal normale bevallingen. Veel vrouwen willen een keizersnee en plannen de datum al ver van tevoren. Australie heeft een hele hoge keizersnede rate, de laatste officiele getallen zijn uit 2006 waarin aangegeven wordt dat 31% van de geboorten keizersnedes zijn. Dit in openbare ziekenhuizen. In prive-ziekenhuizen ligt het aantal ongeveer 10% hoger. En de aantallen stijgen nog steeds. Er zijn verschillende redenen te vinden. Er wordt een gebrek aan verloskundigen genoemd, maar ook het toenemen van leeftijd van moeders en het feit dat mensen steeds minder kinderen willen en de risico's van een keizersnede dus willen nemen.

Margaret had geen keuze, zij had een geplande keizersnee omdat de tweeling anders niet geboren kon worden.

Na vier dagen ziekenhuis mag je naar huis, maar dan is er geen kraamzorg. Vanaf dat moment moet je het zelf zien te redden. Vandaag (zondag) hebben wij Margaret's man geholpen om het huis helemaal klaar te maken voor haar thuiskomst. Waarschijnlijk is dat morgen. Gelukkig heeft hij een week vrij kunnen nemen en nemen wij een deel van de oppas voor Mimi op ons. Ook hebben we twee kookbeurten komende week en gaan we eten langsbrengen. Het kan niet anders hier, je bent erg van elkaar afhankelijk.

Isis en ik wachten naast het ziekenhuis op de bus naar huis.

Terwijl ik over alles na-mijmer in de bus terug van het ziekenhuis stopt de Aziatische buschauffeur bij een halte in een suburb, loopt naar een makelaar en pakt een gratis glossy uit het rek dat buiten hangt. Hij pakt er twee. Een houdt hij zelf, een geeft hij aan mij. Hij zegt "I saw you were dreaming, now here is something to dream about, you need dreams in your life". Ik kijk naar het tijdschrift dat alle huizen in de omgeving bevat die binnen nu en drie weken geveild worden. Veilen is hier een hele normale vorm van verkopen van je huis. Sommige huizen zijn prachtig. Maar zelfs de minder prachtige huizen zijn zeker niet haalbaar om te kopen door normale mensen als wij. Een huis in Bayside met drie slaapkamers heeft al gauw een veilingstartbedrag van 1 miljoen dollar, en dan kan je er nog niet eens in wonen omdat het een vies oud bouwval is. De meeste huizen die wel bewoonbaar zijn zitten tussen de 1,6 en 2,9 miljoen dollar. Zucht. De buschauffeur heeft gelijk, dromen is ook leuk.