De kinderen worden 1,5 uur volledig vermaakt. Na het lekkers leren ze een aantal trucs en dan is het afgelopen. Beladen met snoep en een kadootje gaan we weer naar huis. Dat is nog eens een feest!
Als aan het eind van de middag de zon wat minder fel is gaan we naar het strand. We zouden bijna vergeten dat we dat voor de deur hebben, zo zijn we eraan gewend. We springen in de golven, redden zeesterren en de kinderen nemen bij het weggaan wat afval mee dat her en der verspreid ligt op het strand. Tom loopt trots met een lege bierfles die hij heeft gevonden naar de recyclebak. Ik zie mensen afkeurend naar ons kijken. Je laat je kind toch niet met je bierflessen sjouwen. Maar wij zijn trots op ons volkje dat spontaan vindt dat het strand schoon moet zijn.
Vandaag hebben we een afspraak met Joel, het vriendje van Simon. Joels moeder staat op het punt te bevallen en wij hebben dit weekend de wacht. Als de weeen beginnen komen de twee jongens bij ons. Maar het is nog steeds rustig dus het wordt een gewone speelafspraak. Hij, Simon en Bud gaan naar de ramp om te steppen. Helaas regent het een beetje en is de ramp nat, dan kan er niet gestept worden. Dat is veel te glad. Bud kiest veiliger terrein en gaat naar het houten kasteel met de twee jongens. Ze zijn nog geen 20 minuten weg of de telefoon gaat. Simon is gevallen en ze komen naar huis. Niets voor Simon om meteen naar huis te willen dus ik ben geschrokken. Als Simon binnenkomt gilt hij, ziet ziet spierwit en houdt zijn hand bedekt. Simon huilt zelden lang en hard dus hij heeft echt pijn. Ik vind het spannend, ben niet zo'n held bij ongelukken, en zelfs niet bij kleine ongelukjes. Maar als het je kind betreft zet je je daar overheen. Het valt gelukkig mee, hij heeft zijn wijsvinger heel zeer gedaan en die is dik en blauw. Terwijl Simon op schoot bij Bud bijkomt met een pak ijs op zijn hand en de laatste dropveter die we in huis hebben, leid ik de andere kinderen af met het bakken van koekjes. Tegen de tijd dat we die gaan opeten is Simon weer wat opgeknapt. Bud brengt samen met hem Joel naar huis en dan neem ik hem toch voor de zekerheid even mee naar de eerste hulp in het ziekenhuis. Het is zijn linkerhand en Simon is links. Ik wil alle risiko's uitsluiten.
In het ziekenhuis is het rommelig. Bij de eerste hulp zitten een 10-tal mensen ongelukkig op grauwe stoelen te wachten. De muren zijn een beetje vaal met strepen, krassen en butsen. Wij worden snel geholpen. Ondanks mijn tegenwerpingen wordt direkt een pijnstiller gegeven aan Simon, die het stilletjes opdrinkt. Dan moet hij een foto gaan maken. Een Aziatische meneer maakt de rontgenfoto's. We communiceren door gebarentaal want ik kan zijn Engels maar heel slecht verstaan. Deuren staan overal open, naar een veiligheidsschort moet 10 minuten gezocht worden, iemand vloekt uit een kantoortje omdat de foto niet op het beeldscherm verschijnt. Maar we worden wel snel geholpen en we kunnen de rest van de tijd wachten op de uitslag in een kinder speelkamer.
De arts komt na een uur met een goede uitslag. Hij spreekt serieus met Simon om hem te vertellen wat hij heeft gevonden. Het is niet gebroken, hij wil alleen de schaafwond nog even schoonmaken en dan mag hij naar huis. Ik houd ervan dat kinderen serieus genomen worden, en dat niet alle communicatie alleen via de ouders gaat. Simon gedraagt zich volwassen en groot. Hij geeft geen kik en geeft de arts spontaan een hand en een "thank you" bij het verlaten van de behandelkamer. Bij de uitgang mag hij van mij iets uitzoeken. "Ja leuk" zegt hij, "maar dan wil ik ook wat voor Tom en Isis meenemen, die zijn ook geschrokken". Hij koopt een lollie voor zichtzelf en twee ballonnen voor Isis en Tom.
De middag is ver voorbij en we doen het rustig aan. Bud zet de tentenjacht nog voort maar heeft nog steeds het ideale model niet gevonden. Pippi Langkous in Takka Tuka land staat op. De tomatensoep staat op het fornuis. Het belooft een rustige rest van de zondag te worden.