dinsdag 15 februari 2011

babytaal

Babies van vier maanden kunnen niet praten. Tenminste, niet in de woorden zoals wij die gebruiken. In de gesprekken tussen ons en Bink maakt het niet veel uit.

Isis komt regelmatig aanrennen om mij te vertellen dat Bink zegt dat hij opgetild wil worden, of honger heeft. Simon komt regelmatig aanrennen om te vertellen dat Bink zegt dat hij zijn aapje wil, of moe is. En het is ongeloofijk, maar ze hebben het bijna altijd goed. Bink communiceert met ons luid en duidelijk over zijn grote en kleine wensen.

Hij knort tevreden als hij een bakje met een hapje aan ziet komen dat voor hem bedoeld is. Duwt hardhandig je handen weg als hij geen zin meer heeft in zijn fles. En roept vanuit zijn bed als hij wakker is, o wee als je niet binnen 5 minuten komt. Met zijn ogen laat hij je weten welk speeltje hij wil, als hij met twee ogen naar je knippert zegt hij dat hij je lief vindt. En hij hoopt natuurlijk dat dat genoeg is om hem op te tillen. Als hij ongerust begint te piepen ren ik naar hem toe, dan is waarschijnlijk Tom in de buurt die zijn liefde voor Bink nogal hardhandig toont. Het liefst is Bink waar iedereen is. Hij kan dan rustig spelen. Alleen zijn vindt hij helemaal niets, dan begint hij na 2 minuten al ontevreden te pruttelen. En van vreemden, daar wil hij pas wat van weten als wij op zijn vragende blik antwoord hebben gegeven "het is goed". Pas dan geeft hij een verlegen glimlachje. Bink is op zijn best als hij op je arm zit. Zijn arm stevig in een houtgreep om de arm van wie hem vasthoudt, aan zijn houtgreep herken je of hij je goed kent of niet. Als hij je stevig vast heeft kent hij je goed, anders hangt hij er een beetje bij. Het is alsof hij zijn zelfverzekerdheid uit de arm haalt waarop hij zit.
Als hij huilt, met verdriet, dan weet je dat er echt iets mis is. Dan heeft hij pijn, of is hij bang. Meestal duurt dat niet lang omdat hij ook begrijpt wat wij tegen hem zeggen en zich makkelijk laat troosten. En zo zijn er dagelijks talloze praatjes waar geen woord bij gewisseld wordt en toch uitgebreid gesproken wordt. Lang leve de babytaal.

Als ik wat meer tijd zou hebben zou ik voor Bink zijn eigen woordenboek babypraat willen maken. En dan iedere maand een aanvulling willen doen. Het is zo'n mooi en interessant proces. Zou eigenlijk iedere baby een eigen unieke taal spreken en uitbeelden? En spreken wij als ouders ook zoveel in geluiden en uitbeeldingen als babies? Kunnen we daarom zo goed met Bink praten? En Isis, Simon en Tom ook? En zelfs Cees en Mientje die in een paar weken tijd de babytaal bijna vloeiend hebben leren begrijpen en spreken?
Hoe dan ook, we kunnen het in ieder geval op ons CV aan het lijstje toevoegen van talen die we spreken. Babytaal!