Een vriendje van Simon zou meegaan, samen met zijn vader. Omdat de plannen wijzigen, en de vader en het vriendje niet van plan zijn thuis te blijven vragen ze ons om mee te gaan naar Puffing Billy. Ze hebben nog een voucher en die moet gebruikt worden.
We gaan. Een auto met 5 zingende kinderen, een cafeïne verslaafde vader die nog geen koffie op heeft en ik, in dik vest en tuckerbag met picnic.
Bink is als de dood voor de stomende en luid puffende trein. In het begin zit hij aan mij vast gekleefd op schoot en durft zijn hoofd nauwelijks op te tillen. Echter, als ondanks al mijn protesten iedereen met benen door het raam naar buiten zit, gilt hij om het hardst dat hij ook in het raam in de rook van de stoomtrein wil zitten.
De grappen en grollen over Puffing en Billy zijn niet van de lucht. De serieuze Japanse en Chinze toeristen die van deze historische treinrit proberen te genieten kijken geïrriteerd naar de vrolijke en onbezorgde gezichten. De kindjes trekken er zich uiteraard niets van aan.
In de gietende regen bezoeken we de speeltuin in Emerald, halen we koffie bij de bakker die ons al begint te kennen en moet ik de kindjes dwingen eerst een boterham te eten voor alle chips al eerste op zijn.
Het hoogtepunt van de reis is als we weer op het perron staan, te wachten op de trein terug. De vader (een Zwitser en een man van de tijd) roept Billy die al 2 minuten laat is. Keihard. En als Billy niet meteen aan komt puffen roept hij nog een keer, en weer en weer. De kinderen rollen bijna van het perron van het lachen.
Billy!!!!
De trein in een bocht
Vrienden
Boomvarens