Als Bud en ik weer thuiskomen gaan Anouk en ik op pad.
We gaan wandelen in een National Park dat dichtbij de stad ligt. We praten zoveel dat ik twee keer verkeerd rij op een route die ik zou moeten kunnen dromen. Na wat rondtoeren door de heuvels en de varenbossen arriveren we dan toch bij het begin van de wandeling die we voor ogen hebben. De wandeling is niet lang, en erg mooi. Het allermooiste is de ontmoeting die we hebben. We zien lyrebirds, prachtige vogels die je vaak hoort maar slechts zelden tegenkomt. We zien ze niet alleen, ze zingen. De tranen staan in mijn ogen. De lyrebird is namelijk een vogel die als geen ander geluiden kan nadoen. Deze lyrebird zingt de longen uit zijn lijf. We horen de magpie, de kookaburra, een kakatoe, vinkjes en een groep rosella's. Af en toe zingt hij ook zijn eigen zuivere roep. Het is ongelooflijk. We hebben net het filmpje dat we maakten een aantal keer bekeken om alle vogels die hij nazingt te kunnen benoemen. Onze dag kan niet meer stuk. We zijn er vol van.
Nu zit iedereen onderuit op de bank, tennis te kijken, Heel vertrouwd, heel gezellig. Ik probeer het moment vast te houden. Het is heerlijk.