Zondagochtend beslissen we dat we heel veel zin hebben in een frisse neus. Het is maandag (vandaag) Koninginnedag in Australie. We zoeken een huisje, bellen en om 9u 's ochtends zegt de man van het huisje dat we kunnen komen als we er voor 12u zijn. Met de cornflakes vlokken nog op tafel rennen we met beddengoed, iedereen een zelfgepakt rugzakje, twee preien, een pak melk en een zak chips de deur uit. We gaan naar een piepklein huisje in de bush.
Het is alles wat we nodig hebben. Rust, ruimte, vrijheid, plezier, en een houtgestookt kacheltje. Bells Beach, het beroemde surfstrand, op 10 minuten rijden afstand. Paarden binnen bereik zodat we een uur met Isis en Simon door het bos kunnen rijden. Patatjes en vis met een ijsje toe in een dorp in de buurt. Want prei alleen is natuurlijk niet te eten ;-).
We wandelen, tekenen, doen een spelletje, stoken een vuurtje. Zoeken schelpen op het strand en kijken met respect en ontzag naar de surfers die de metershoge golven bedwingen.
Een beetje verbrand, modderig en intens tevreden komen we vanavond weer terug.
Schoon van de douche, met een warme kruik, en rode buitenwangen gaan bij de 4 kindjes de luiken al snel toe. Bij ons ook.
Buggut. Aboriginal vor Austral Grass Tree die we zien op een Aboriginal wandeling. Hier heeft de natuur de sprieten verwoven tot een prachtig matje.
We dachten dat we kabouters zouden zien als we deze paddestoel van onderen zouden fotograferen....zien jullie wat?
Bink speelt met stenen op het strand van Point Addis.
Deze twee honden op Bells Beach houden haarscherp hun baasjes in de gaten die een heel eind verderop door de golven surfen.