Bud heeft na twee jaar eindelijk weer eens kleren gekocht. De kinderen hebben allemaal wat nieuws gekregen. De koffer zit vol vol vol en we moeten weer een koffer lenen om alles mee terug te nemen. Boeken, oranje t-shirts om onze Nederlandse kant tijdens het wereldkampioenschap te laten zien, Nederlandse DVD's om de taal bij te houden.
We zijn tot over onze oren in de watten gelegd en verwend. We hebben prachtig weer gehad en hebben zonder schuldgevoel door de zon gelopen. We hebben geBBQed (dat kan hier ook!) en onze ogen uitgekeken naar de schoonheid van het land, de intens gele koolzaadvelden, de groene bossen, de oude plaatsen.
En vooral hebben we plezier gehad in het elkaar zien. De kinderen hebben geen enkele schroom bij de opa's en oma's, ooms en tantes en neefjes. En zijn verdrietig dat het weer bijna voorbij is. Vandaag willen ze "nog even zus, nog even zo" nu het nog kan. Nog even naar de bakker, nog even naar de paarden, nog even naar de Baambush (grote speeltuin), nog even de katten eten geven, nog even met de honden wandelen, nog een paar slakken voor de kippen zoeken, laatste schoolwerkjes afmaken (Isis: "NEE, dat wil ik niet maar dat MOET"), nog even Casper knuffelen, nog zo lang mogelijkin de buurt van de opa's en oma's zijn, de laatste klussen in de tuin doen, nog nog nog. Het is een lange lijst voor de paar uurtjes die we nog hebben.
En dan zijn we weer onderweg naar huis. Iedereen verheugt zich ook weer op 24 uur vierkante ogen door de eindeloze filmpjes en spelletjes. Samen onderweg zijn. Misschien dat het dit keer lukt om te zwemmen op Singapore Airport? Ik laad de zwempakken voor de zekerheid maar weer in.
Tot in Australie!