Zo vaak mogelijk ga ik op de fiets naar mijn werk. Criteria zijn dat tijd en weer het moeten toelaten.En met weer geldt dat ik regen best kan trotseren, maar geen storm.
Dan is er de keuze om de lange weg te fietsen, 17km, of de korte weg, 14km.
De lange weg is langs de baai en door een park. Mooi, stil en veilig want ik fiets het grootste deel over een fietspad. De korte weg gaat over een van de toegangswegen naar de stad. De Nepean Highway. Razendsnel, ik word meegetrokken in de wind van de voorbijrazende auto's. Maar ook gevaarlijk. Het grootste deel van de weg is er geen fietspad. En auto's houden hier weinig rekening met fietsen. Erger nog, ze tonen vaak intimiderend gedrag en gaan vlak naast je rijden of schieten net voor je langs naar links, daarmee de weg afsnijdend. De korte weg heeft meer stoplichten dan de lange weg, maar ik kan er veel harder fietsen.
Iedere dag vraag ik mij af welke weg ik zal nemen. De lange langzame mooie weg. Of de korte snelle gevaarlijke weg. Vaak bepaalt mijn humeur wat ik doe. Ik neem de gevaarlijke snelle weg als ik uit mijn hum ben, of een beetje bozig. Ik knap er altijd van op. Het voelt een beetje als "living on the edge". Als ik een vrolijke tevreden dag heb ga ik altijd langs de baai en fiets ik in harmonie.
Natuurlijk is dit verhaal een beetje overdreven.
En ook een beetje waar.
Ik fiets altijd veilig. Ook als het gevaarlijk is. Want een auto is altijd sterker. Daarnaast ben ik eigenlijk een bangerd. En een moeder van 4. Dat laatste nog het meest!!!!!