Oh wat is het druk geweest. Iedere minuut wordt er gewerkt, geleefd, georganiseerd en de rest van de tijd proberen we te slapen om de volgende dag weer te kunnen overwinnen.
Om 17.30u vanmiddag is alles anders. We zijn vrij. Het is een lang weekend. We nemen een paar dagen vrij. We pakken een tas met kleren. Alle beddenspullen moeten mee dus worden zo van het bed gerukt. Een stapel schone handdoeken in een tas. Watertank met drinkwater op de achterbank. Koffiefilter en fototas horen bij de standaard uitrusting. En dan.....moeder met de picknicktas op schoot voorin, vader aan het stuur, de 4 koters verspreid achterin met hun muziek en een witte bol met chocopasta. Jawel. We zijn onderweg.
We gaan naar Mungo National Park. Dat kunnen we niet in een avond rijden want het is 800 km verderop en de laatste 100km over onverharde weg.
We rijden niet ver. Tot Bendigo en dan zijn we moe. We kiezen in een motel midden in het stadje, tegenover een oude goudmijn, en naast een drukke pub. De restaurantjes zijn mijn tl buis licht verlicht, en leeg.
We zetten de overblijfselen van de auto picknick op het aanrecht. Het koelelement gaat in de vriezer voor morgen. De kinderen zijn het al gewend. Ze pakken snel en handig hun tassen uit, zoeken tandenborstels en pyjama's en liggen in een mum van tijd in bed te ronken. Ze voelen zich overal thuis. En wij ook.
Heerlijk. Onderweg. Daar knapt een mens van op.