woensdag 6 mei 2009

vechten

Aan tafel komen alle verhalen. Isis vertelt dat er iemand in haar klas is die haar hand vasthoudt, alles nadoet en voortdurend mee wil met alles wat Isis doet. Het kindje waar het om gaat adoreert Isis. Isis is niet zo van het adoreren en houdt er juist erg van om haar eigen dingen te doen. Maar goed, er is dus een lastige situatie.
Isis vertelt dat het lastig is om tegen het kindje te zeggen dat ze het niet prettig vind. Ze is bang dat het kindje dan verdrietig wordt.  En dat vindt ze te erg. Dus vertelt ze dat ze het maar gewoon toelaat. 
Simon luistert aandachtig naar het verhaal. Zijn ogen schitteren. Als Isis is uitgepraat staat hij meteen op en roept, "nou dan kom ik toch vechten!!! Dan heb je nergens meer last van". Hij wil meteen op oorlogspad. 

In onze opvoeding proberen we de kinderen te leren vreedzaam met elkaar om te gaan en dingen niet op te lossen door te vechten maar op andere manieren. Eigenlijk ben ik dus verrast door dit spontane aanbod om met vechten de zaken weer op orde te krijgn. 

Maar ik loop vooral naast mijn schoenen van trots, de kleine broer die spontaan de grote zus wil beschermen en helpen in de grote, soms boze wereld. 

Isis die inmiddels door school de vechtregels en vechtstraffen in detail kent, schrikt zich kapot. "Nee hoor Siem, dat hoeft niet. Er zijn ook andere manieren om iemand te laten stoppen. Je kan bijvoorbeeld vragen waarom diegene dat doet, of de juffrouw roepen of ...." Het spontane karakter van het aanbod dat ze van Simon krijgt ontgaat haar en ze is meteen heel serieus.
De toon van het gesprek verandert als Simon roept "ik weet niet wie het is maar ik sla gewoon zijn hoofd doormidden" waarop Tom begint te schateren van het lachen en zegt "dat kan helemaal niet, dan heb je geen mond". 

Nu lachen we allemaal. Simon laat nog even zijn spierballen zien voor de zekerheid en nadat we hem hartelijk hebben bedankt voor zijn gulle aanbod, maar hem hebben verzekerd dat vechten nu niet nodig is, eten we rustig verder.