Eindelijk. We gaan. Isis is nog in haar schooluniform.
Feest. De drie zussen en Sib. Is het niet ongelooflijk dat we erbij kunnen zijn?
Welkomstbloemen! Wat mooi. En wat een kwaliteit.
We vallen met onze neus in de markt in Weesp.
En we gaan weer verder.
Paardrijden met Okke.
Rust.
De dag dat we in Amsterdam aankomen is een niet zomaar gekozen dag. Het is de verjardag van Karin, mijn moeder. We reizen met 980km per uur de halve aardbol over en ik kijk met de kinderen voortdurend op het kaartje dat voor onze neus hangt over welke interessante landen we heenvliegen en we bedenken verhalen bij de mensen die 10km beneden ons hun leven leiden. De reis gaat als een zonnetje. Op drie momenten na.
Het eerste moment dat het even mis gaat is 1 minuut nadat we dag hebben gezegd tegen Bud en de deuren doorgaan om naar de douane te lopen. Ik ben vergeten de "exitformulieren" in te vullen. De jongens, een beetje zenuwachtig en van slag omdat Bud echt niet mee gaat willen natuurlijk niet naast mij wachten terwijl ik 4 formulieren in moet vullen, nummers moet opzoeken en een nieuwe pen moet zien te krijgen omdat deze het niet doet. Ze lopen meteen door de douane met hun koffertjes en worden daar direkt aangehouden. Isis neemt haar taak serieus en probeert een protesterende Tom aan zijn arm terug te trekken....... De kinderen worden uiteraard direkt onderschept en ik kan niet bij ze komen omdat ik nog niet door de douane ben..........Als dat achter de rug is komen we tot rust en kan de reis beginnen. We nemen nog een keer de regels door wie op wie let, hangen de naambordjes om en beginnen met vliegtuigen kijken.
De kinderen checken nog even of ze goed hebben begrepen dat de eerste vlucht een "dagvlucht" is waarin ze de hele tijd wakker mogen blijven. En de tweede vlucht een "slaapvlucht. En roepen "yes" als blijkt dat dat klopt. Ze mogen zo lang wakker blijven als ze willen. En ik heb ze beloofd dat het leuk wordt omdat ze 24 uur 100% aandacht van mij krijgen. Samen spelletjes doen, voorlezen, tekenen. Dat ze niet hoeven te slapen komt door de strategie om ze meteen in de andere tijdszone te "shocken". Maar dat weten zij niet. Ze denken dat dit verwennerij van de beste soort is. En daarnaast krijgen ze ieder uur 1 smartie om de tijd zichtbaar te maken. Ze slaken een zucht van plezier over zoveel verwennerij. Les 1: geef je kinderen alleen smarties als ze gaan vliegen. Ze vinden ze zo lekker dat ze het voortdurend als heel speciaal en een geweldige beloning zien.
Het vliegtuig is een oud beestje dat ons veilig maar half gekookt naar Kuala Lumpur brengt. De thermostaat doet het niet en voorin is het 15 graden, terwijl het achterin oploopt tot 28. Normaal leidt zo'n hoge temperatuur ertoe dat je opzwelt tot een bewegend watervat, met kinderen heb je daar helemaal geen last van want je bent voortdurend in beweging. Les 2: Ga met kinderen reizen als het even kan, dan kom je veel fitter aan.
Met de instelling die de kindjes hebben gaan de 8 uur als een zonnetje. Echter, na 7 uur vallen ze alledrie toch in slaap en dat leidt tot het tweede moeilijke moment. Al we na 8 uur landen moet ik drie kinderen uit hun eerste diepste slaap halen, meekrijgen het vliegtuig uit terwijl ik drie koffertjes en twee tassen moet meezeulen. Hmmm. Les 3: zorg dat je alle bagage zelf kan dragen als het nodig is. En ga minsten 6 weken voor de vlucht naar de sportschool voor spierversterkende oefeningen.
Het lukt Isis om wakker te worden en serieus als ze is biedt ze aan om twee koffertjes te rijden. De schat. Dat zorgt ervoor dat ik alleen nog het rugzakje, de tas met de losse spullen, een kinderkoffertje en twee jongens hoef te dragen. We lopen als laatste het vliegtuig uit onder de meewarige glimlachende blikken van de schoonmakers die staan te wachten tot ze eindelijk eens kunnen beginnen. Het feit dat al in de eerste minuut van de reis door een Maleisier wordt geconstateerd dat Tom twee kruinen heeft die tegengesteld zijn aan elkaar en dat hij dus een jongen is die geluk brengt komt meteen van pas. Er komt niet zomaar een karretje tevoorschijn waar ik iedereen en alles op kan laden. Maar bij het uitstappen uit het vliegtuig staat nog een moeder, met twee kinderen, te worstelen met hetzelfde probleem. En zij heeft een buggy bij zich. Samen komen we eruit en krijgen 5 kinderen naar een plek waar we kunnen wachten op de volgende vlucht. We zitten tegenover een loopband waar niemand overheen loopt en dat blijkteen nog beter item te zijn dan een speeltuin. Zodra de kinderen bijgekomen zijn, haar zoontje alles onderheeft gespuugd en weer opgeknapt is, lopen ze eindeloos over de loopband. Voor we vertrekken willen Isis, Simon en Tom hun pyama's aan, tandenpoetsen en naar de wc. We gaan tenslotte nu op de nachtvlucht "en dan moet iedereen slapen en jij ook mamma". We zitten nog niet op onze plekken of ze zijn onder zeil. Opgepropt in hun stoelen want we hebben niet een extra stel zoals in de eerste vlucht. Ze klagen niet, dit was deel van het feest. En gelukkig doet in dit vliegtuig de thermostaat het wel en kunnen de kindjes in hun dekens gerold een paar uur slapen. En dat doen ze, 5 uur lang zijn ze onder zeil. En als ze wakker worden rekenen we uit hoe lang we nog moeten. Nog maar 7 uur, dat is no korter dan de eerste vlucht. Ze doen spelletjes op de computers in de stoelen, kijken filmpjes tot hun ogen vierkant zijn. We krijgen een standje als we een paar rondjes lopen om de benen te strekken. Krijgen "wel honderd keer eten" in de perceptie van de kinderen, maar de tijd vliegt voorbij en eerder dan ze hadden verwacht zetten we de daling naar Schiphol in. En dan, 30 minuten voor we landen breekt het laatste moeilijke moment aan. Tom besluit dat het nu voorbij is met het brave en verantwoordelijke gedoe en begint verschrikkelijk te klieren en steekt natuurlijk Isis en Simon aan. Op dat moment staan er nog 4 dienblaadjes met eten en drinken voor ons. Iedereen moet naar de wc, er is geen stewardess te bekennen en de man die naast ons zit geeft geen draad. Met kunst en vliegwerk, ondertussen Tom in een ijzeren houtgreep in bedwang houdend, twee dienbladen waarop water en (mijn eerste!) kopje koffie balanceren in 1 hand, uitgelijdend over glad plastic dat op de grond ligt, worstel ik mij uit de rij om met ze naar de wc te gaan. Het zweet staat op mijn rug. We kunnen er niet langs want er komt net een karretje met een nogal sjagerijnige steward langs. En het is een klein vliegtuig waar geen milimeter extra ruimte is in de gangpaden. De hele vlucht zijn we steeds met 2 of met 3 naar de wc geweest, maar nu zijn ze zo opgewonden dat ze niet alleen willen (en kunnen) blijven dus met z'n vieren proppen we ons naar binnen in het wc hokje. Dat natuurlijk na 12 uur vliegen niet zo heel fris meer is.......... Maar het kan en ik lach erom. Het ziet er ook echt komisch uit. Jullie zouden lachen als je zou zien hoe dat ging in die wc. Uiteindelijk lachen we er inderdaad om en is het moeilijke moment voorbij. Net op tijd komen we de wc letterlijk weer uitgerold want we moeten de riemen aan. We gaan landen! Les 5: Wat er ook gebeurt, blijven lachen! En bestel geen koffie.
Op Schiphol moet ik eraan wennen dat iedereen Nederlands spreekt. En dat we er zijn. Dat het zo bekend is. Alsof je niet weg bent geweest. We zijn in een mu van tijd door de douane, de koffer komt binnen 5 minuten. Onze harten kloppen snel, we gaan door de deuren. Alleen al daarvoor is het de moeite waard om te emigreren. Dat moment om elkaar weer te zien. De gezichten. De blijdschap. De omhelzingen. Het direkte gevoel van vertrouwen. De kinderen zijn buiten zichzelf van blijdschap. Ze stralen zo dat het bijna pijn doet aan je ogen.
De rest van de dag verloopt in een droom. We hebben feest, Karin is jarig. Het is allemaal zo feestelijk en we voelen ons opgenomen in een warme deken. We drinken koffie, doen spelletjes, praten bij. Ik loop door een paar straten in Weesp en kijk. Wat is dit een andere wereld. Het ruikt anders, het is groen, zo groen. Er is markt, zo Nederlands. De huizen zijn anders, degelijk, gezellig. Er zijn bloemen. Kleine stoepen, smalle straten. Alles is anders. En alles is tegelijktijd herkenbaar. Dit weet je. Dit ken je. Hier hoef je je niet af te vragen wat er om de volgende hoek verschijnt. De twee zussen van Karin komen ook. Later kom ik ze tegen op straat. Wat heerlijk om iedereen weer te zien. En de realisatie dat we er zijn. Het is maar 24 uur van elkaar verwijderd. Dat klinkt zo vlakbij en toch zo ver weg. Ik kan mij het leven aan de andere kant van de wereld even nauwelijks voor de geest halen. Maar dat is niet dramatisch. Het is waarschijnlijk het effect van 40 uur niet slapen.
Na de lunch laden we iedereen in de auto en rijden we naar Luxemburg. De kindjes hebben het dan even zwaar. Ze slapen maar huilen om de beurt in hun slaap. Ze zitten krap, hebben zere benen. Tom wordt wagenziek en spuugt net op het moment dat we thuiskomen alles onder. Een beetje veel misschien? Het valt mee, de thuiskomst maakt alles weer goed. Een half uur later zit iedereen in bad. Wendy heeft heerlijk gekookt. En weer een half uur later ligt iedereen in bed te slapen. Het is 19.30u. We zijn blij en tevreden.
Hoe is het om hier te zijn?
Ik vind het heerlijk. Het is net of we niet weg zijn geweest. Je pakt het leven gewoon weer op alsof er niet meer dan een jaar tussenzit. En dat is een enorme geruststelling. Het is fijn om iedereen te zien. En zelfs al zie je elkaar niet, dan ben je bij elkaar in de buurt. En dat is een veilig en fijn gevoel. En nu we dit een keer gedaan hebben weten we ook dat Australie best te doen is. Het is maar 24 uur vliegen, en wat is nu 24 uur op een mensenleven. Je hoeft niets te doen, wordt gewoon gebracht naar je plek van bestemming. Het is ons reuze meegevallen en het stelt ons gerust. Dit kunnen we best vaker doen.
Nu liggen de kindjes buiten te slapen op een rustbedjes (zoveel mogelijk licht tegen de jetlag), ik schrijf een blog aan de keukentafel. Het is vakantie!