Isis en Simon lachen zich krom omdat ik buiten sta te strijken vanochtend.
In ons huis slapen vanavond twee gelukkige jongens en een gelukkig meisje.
Simon omdat we vanmiddag eindelijk een scateboard en step ramp hebben gevonden, op loopafstand hier vandaan (ken je suburb....) in een spannend park vol met papagaaien en geheime doorsluippaadjes. Hij kijkt de eerste 10 minuten verlegen toe, maar zijn ogen branden en zijn hart raced. Dan rijdt hij de kuil in en gaat los. Hij huilt niet als hij valt, laat zich willig door een van zijn idolen uit de kuil hijsen als hij zich echt zeer heeft gedaan en ik er niet bij kan. Twee minuten later is hij alweer verdwenen. Van mij mag hij niet zonder zijn beschermers (die hij niet bij zich heeft vandaag) de helling naar beneden racen. Hij is woedend, "die andere jongens hebben toch ook geen beschermers!!!!", maar hij luistert gelukkig wel. Ik krijg al hoogtevrees als ik naar de bodem van de bike ramp kijk die eruit ziet als een grote betonnen kom met hele steile randen......Als er twee grote jongens komen met hun scateboards en ripsticks gaat Simon respectvol uit de "kom" en kijkt nog een kwartier vol ontzag naar de kunsten die vertoond worden. "Morgen sta ik extra vroeg op om weer te oefenen" zegt Simon. "Mag ik ook een Ripstick?"
Tom is gelukkig omdat hij vanmiddag het in zijn ogen ultieme onafhankelijkheidsbewijs heeft geleverd. Hij kan fietsen. "Look at me, look at me, helemaal alleen" roept hij tegen iedereen die het wil horen als hij over de stoep scheurt, ik erachteraan hollend met waterfles, rugzak en de sjaal waar ik hem eerder nog mee redde als hij viel. Een kleine uitdaging is dat hij steeds de kant opfietst waar hij naar kijkt, wat hem al twee keer een botsing met een muur heeft opgeleverd...... Een buil, een schram, het maakt hem alleen nog maar trotser.
Simon in de bike ramp
Daar gaat hij, de held. "Geef mijn loopfiets maar aan iemand anders" zegt hij nonchalant als we thuiskomen.
Isis is ook gelukkig. Ze mag vanmiddag met de meiden van Kristine mee om professioneel te gaan schilderen. Ze glimt van genoegen dat ze helemaal alleen meegaat en is de hele ochtend het huis niet uit te branden omdat ze bang is niet thuis te zijn als ze wordt opgehaald. Met haar tas aan haar schouder, haar zelfgeknutselde hello kitty om haar nek en een stralende toet vertrekt ze vroeg in de middag. Ze is te spreken over het resultaat, en kan het volgende week ophalen. "Dat vind ik wel spannend hoor! " zegt ze.
Alledrie zijn ze het eens met elkaar als ze gaan slapen "was het maar altijd vakantie", en "hebben we deze vakantie ook nog even tijd om even in Nederland en Luxemburg langs te gaan?"