donderdag 24 maart 2011

persoonlijk

London Bridge, Mornington Peninsula National Park

De voorspellingen voor het weer zijn niet gunstig. Daar trekken wij ons, eigenwijs als we zijn, niets van aan. Met picnic, kaart en auto trekken we erop uit. Point Nepean is het plan. Al bij de eerste stop, London Bridge, spoelen we bijna met het regenwater mee de zee in. Het giet, het hoost, het waait, het is koud. Bink heeft zijn regenkleding niet mee dus is heel armoedig in een plastic Jip en Janneke Capeje gewikkeld. Jorrit en Wendy hebben uiteraard alles bij zich dus Casper ziet er uit als een prins in zijn regenpak en mooie blauwe muts :-). Hij heeft nergens last van.
Ons plan om in Portsea koffie te drinken en even te wachten tot het weer beter wordt valt letterlijk in het water. Het centrum van Portsea blijkt te bestaan uit twee winkels en een cafe, en alledrie zijn potdicht.
Geeft niet, dan hebben we meer tijd voor het Point Nepean National Park, zeggen we tegen elkaar. Bovendien hebben we boterhammen met pindakaas bij ons en een fles water. Wij hebben helemaal geen koffie nodig.
Het blijft gieten. Verder dan het strandje bij de historische aanlegstijger van de eerste settlers komen we niet. De dolfijnen zijn er ook niet vandaag, en ik geloof dat we van geluk mogen spreken dat we uberhaupt de smalle ingang van de baai kunnen zien.
We besluiten dat we het hierbij laten voor vandaag. We zijn doorweekt.
In Sorrento, de volgende plaats waar we doorheen rijden, stroomt het water over de weg en staan de wissers op topsnelheid. We denken niet eens meer dat het het waard is om van de auto naar een cafe te rennen. Tenminste, als er een cafe open zou zijn...
Het klinkt als een vreselijke dag maar dat was het helemaal niet. Het was gezellig in de auto. Het is leuk om de omgeving een keer in de regen te zien. En de boterhammen in de auto en de koffie later thuis thuis smaken net zo goed als in het beste cafe.

Hoe zo Australie? Het lijkt wel hartje winter.

Bink onder zijn cape

Alles is nat

De pier

Wat ik eigenlijk wilde vertellen is dat ik vanavond een groot kado heb gehad van Wendy en Jorrit. En daar bedoel ik niet het boek mee over Aboriginal Cultuur tussen 1785 en 1992.
Ik realiseer mij dat de keren dat de laatste tijd voor mij gekookt is op een hand te tellen zijn. Wendy doet de boodschappen. En kookt. Ook voor Bink. Terwijl ik met Bink op schoot in alle rust schoolboekjes met Simon lees, Tom buiten op spinnenjacht is (we hebben een dode wolf spider gevonden) en Isis met haar vriendin Anna op haar kamer speelt, staat Wendy te kokerellen met de hulp van Jorrit. Casper ligt te slapen.
De keuken ruikt heerlijk.
Plotseling doe ik even niets meer. Het rondslingerende speelgoed laat ik liggen. De kinderen doe ik niet in de douche. Ik dek niet eens de tafel. Daarvoor in de plaats doe ik Bink in bad, doe een spelletje met hem en geef hem in alle rust een fles.
Tijdens het eten hoef ik helemaal niets te doen. Niet eens voor mijzelf of de kinderen op te scheppen. Of af te ruimen. Of het toetje te maken. Ik voel mij als in een vijf sterren restaurant, maar dan nog beter. Het is heerlijk, speciaal voor mij is er een vegetarische gerecht. Het is moeilijk om te beschrijven hoe goed dat voelt. Als het eten klaar is, terwijl ik de kinderen in bed leg, wordt er zelfs koffie gezet zodat ik 5 minuten voor ik weer de deur uit moet (het is weer working bee avond) een kop kan drinken.

Voor mij is dit een heel groot kado. Het persoonlijke gebaar. De zorg. Voor mij. Daar kan ik weer maanden op vooruit :-).
Diner