Hier in huis ligt het heel gevoelig of fantasiefiguren zoals de tandenfee, wel of niet echt zijn. Geen van de drie kinderen wil dat er reuzen, spoken, feeen, elfen of zelfs Sinterklazen bestaan. Isis was al op haar tweede ongerust dat er zomaar iemand in ons huis kon komen zonder sleutel, bijvoorbeeld Sinterklaas. Als hij het kan, moeten toch ook anderen, bijvoorbeeld boeven, dat kunnen is haar redenatie.
Toch willen ze er wel van alles over horen. Als ze een plaatje zien van een elf, of naar het Sinterklaasjournaal luisteren geloven ze heilig en wordt er ook op kadootjes gerekend.
Wij proberen het op te lossen door uit te leggen dat het verhalen zijn die nagespeeld worden en dat wij daar zelf een rol in meespelen. Wij zijn de tandenfee, en Sinterklaas. En als het nodig is zelfs de Kerstman. Maar we vertellen erbij dat we ons nooit laten zien in het verhaal dat we spelen. Want dan is het verhaal niet meer leuk. Het zichtbare deel van de rollenspellen laten we met een gerust hart over aan de elfen in boeken, en Sinterklaas op het sinterklaasjournaal.
De uitgevallen tand ligt zorgvuldig neergelegd naast Isis haar kussen. En ze vraagt of ik net als vorige keer een zakje met geld en wat snoepjes naast haar kussen wil leggen en het tandje mee wil nemen. Ze is zenuwachtig gaan slapen. Ik zie dat de scheidingslijn tussen fantasie en werkelijkheid heel dun is. Het is altijd weer een verrassing hoe het verhaal opgevat gaat worden. Is de fee geweest, of was ik het?