Het gaat niet goed met Flame, mijn 23 jaar oude paard dat altijd in Luxemburg is gebleven en bekend staat als het meest verwende paard ooit. Grappend zeg ik tegen Karin dat het geen wonder is dat onze kinderen zo onopgevoed overkomen, zelfs met een paard is het mij nauwelijks gelukt om enige regels bij te brengen. En tegelijkertijd staan de tranen in onze ogen. Wij zijn erg gehecht aan dit paard en om er nu grappen over te maken, maakt ons verdrietig en we voelen ons erg ver weg.
Ze mag dan wel het meest verwende paard zijn, het is ook het liefste paard. Tenminste, in mijn ogen. Het verdrietige nieuws is dat ze er vanaf vanmiddag niet meer zal zijn. Flame heeft al jaren artrose in haar benen. Al twee jaar denken we dat ze de winter niet meer zal meemaken. Maar steeds ging het goed. Nu niet meer. Ze heeft pijn. Zondert zich af. Pijnstillers helpen niet meer en sinds vandaag kan ze op een been nauwelijks staan. Zo is het geen leven voor een paard. Met Wendy heb ik afgesproken dat zij zal beoordelen wanneer het niet meer verder kan. En dat moment is nu dan aangebroken. Ik ben er vreselijk verdrietig van. Ookal wil ik niet dat ze nog een minuut langer pijn heeft. Dus mijn hart is gerust dat het bijna voorbij is, en tegelijkertijd huilt het tranen met tuiten. Om het paard, om het afscheid, om de mooie herinneringen en omdat ik er niet bij kan zijn om haar gerust te stellen.
Ik was 16 toen ik bij haar geboorte aanwezig was, we hebben die eerste drie paardenjaren eindeloos samen door het bos gerend. Met drie jaar was ze oud genoeg om ingereden te worden. Vanaf dat moment hebben we altijd door het bos gereden en toen ze niet meer bereden kon worden was er nog steeds de hechte band en herkenning als ik kwam. De laatste keer dat ik haar gepoetst heb was de afgelopen vakantie in mei. De trucs van toen ze een veulen was deed ze nog steeds, maar diep in mijn hart wist ik dat dit echt de laatste keer zou zijn dat ze ze zou vertonen.
Ik heb diep respect voor mijn zus Wendy. Zij is degene die Flame uit haar lijden gaat verlossen. Rene, mijn vader zal er ook bij zijn om te helpen. Wat een zware taak voor allebei. Maar wat fijn dat zij het willen doen, en dat we het niet over hoeven te laten aan een wildvreemde. Ik huil als ik aan het moment denk dat ze door de knieen zal gaan. Voor altijd.
Dat is ongeveer op dit moment, terwijl ik dit schrijf. Ik hoop dat ze er niets van merkt.
Dag Flame.