zaterdag 9 juli 2011

dag 11 broome - fitzroy crossing: ook normale dingen

Aantal auto’s gezien per uur: 42
Afstand: 398km Broome-Fitzroy Crossing
Kleuren: Geel van de bloemen langs de weg, groen en geel van het landschap. Lichtblauw van de lucht.
Camping: The Crossing Inn
Plaats van Bestemming: Fitzroy Crossing. Een kleine plaats in honderden kilometers van niets en een belangrijk centrum voor de Aboriginals die we dan ook overal zien. Eindelijk! Van de plaats zelf zien we weinig omdat we meteen doorrijden naar de camping.
Dieren: Roofvogels. Reigerachtige watervogels. Kikkers.
Meest opvallend: De prachtige en statige Baobab bomen die overal in het landschap staan mey hun kale takken.
Hoogtepunt: Memory speletje onder de Baobab boom waar we met de camper staan.
Dieptepunt: Simon die de wc deur niet van het slot krijgt en denkt dat hij er voor altijd moet bliiven. Gelukkig stond ik buiten en had het slot aan de buitenkant een gleufje zodat ik hem met de autosleutel kon bevrijden.
 Watertank bij Willara Roadhouse

 We zijn er bijna! Laten we maar niet doorrijden naar de eerstvolgende plek om te stoppen.....

 De Fitzroy Rivier in het droge seizoen (dat is nu)

Een stukje recente geschiedenis op het terrein van de camping.

Het is een gedeeltelijke rijdag vandaag. Dat vinden we steeds weer spannend, waar gaan we vanavond slapen en wat komen we onderweg tegen? We komen bijzonder weinig tegen vandaag. Een roadhouse 180km voorbij Broome waar we tanken en een pauze housen in de tuin. Vervolgens stroppen we nog een keer op een parkeerplaats langs de weg waar het rode stof ons om de oren vliegt. We komen wel relatief veel verkeer tegen, de Northern Highway is drukbezocht.
Fitzroy Crossing is ons doel en we zien het in de verte al liggen. Het is een kleine plaats in het midden van het niets. We tanken bij het plaatselijke roadhouse en gaan op zoek naar een camping. Die we vinden aan de rivier. De rivier is nu bijna leeg maar in het natte seizoen stroomt hij altijd over. De camping die we vinden ligt naast een oud café, de Fitzroy Inn dat al in 1897 werd geopend voor landpachters, landverpachters en koeiendrijvers. Nu is het de lokale pub en zit het er stampvol vrolijke en lawaaiige met Aboriginal mannen en vrouwen. Ik krijg veel opmerkingen over mijn lengte en slaag erin een plek te bemachtigen op de camping. Het is hier stil en mooi aan de rivier. Ik doe snel twee wasjes, kook en heb ook nog tijd om aan de rivier te zitten (ver uit de oever uiteraard, in verband met de krokodillen (die we niet zien)). Bud probeer intussen de antenne die we nog nooit hebben gebruikt, maar half over ons dak bungelt, te repareren en vouwt met gevaar voor eigen leven de zonnewering uit. Bink heeft intussen de zak met chips vrolijk leeggeschud in het zand, Simon zit gevangen in een wc-hokje, Isis staat hoopvol te wachten op mij om haar paardentijdschrift te gaan lezen en Tom slaat met stokken en in het rond en roept voortdurend dat hij met Light Sabers aan het vechten is........ Tja, vakantie is ook een beetje het normale leven. Helemaal als je met z’n zessen bent, dan is er altijd wel iets te doen. 
Maar ook deze dag was weer fijn. Morgen nog een rijdag, we gaan kijken of we het schema iets voor kunnen blijven. Dat betekent dat we zo ver mogelijk proberen te komen in een gezellig humeur. Op naar Kununurra, Nitmiluk National Park en Kakadu National Park!