donderdag 7 juli 2011

dag 6 tom price - dales gorge (karijini national park): accepteren

Feiten:
Aantal auto’s gezien per uur: 2 (onderweg naar het park)
Afstand: 102km Tom Price – Dales Gorge (Karijini National Park)
Kleuren: Rood van de bergen, bordeaux van de termietenheuvels, paars van de bloemen, groen van de bollen Spinifex (een stekelige grassoort die hier overdadig groeit en een belangrijke rol speelt in het ecologisch evenwicht), grijs van de lucht, groen van het water in de rivier.
Camping: Dales Gorge. Geen faciliteiten op bush toiletten na. Voor de rest komt de camper uitstekend van pas.
Plaats van Bestemming: Karijini National Park, de enige plek waar we met de camper kunnen komen.
Mensen: Bijzonder aardig.
Dieren: Kaketoes en kangaroes
 Karijini National Park, bloemen tijdens de wandeling

 Uitrusten in Dales Gorge

Het is er prachtig!

Meest opvallend: Het ongeremde vertrouwen van de kinderen in de natuur en zichzelf
Hoogtepunt: De wandeling met daarna het park krantje waarin woorden gezocht moeten worden.
Dieptepunt: Het besef dat we niet alles kunnen zien wat we zouden willen, bijvoorbeeld Mount Bruce. 



In Tom Price halen we nog snel even wat brood en sinaasappels (1.15AUD/kg, dus dat past in het budget ;-)). Ik vind het plaatsje helemaal het einde en wil nu bij Rio Tinto werken. Het is allemaal zo ontzettend stoer en gericht op buiten zijn. Je ziet alleen maar grote 4WD, mannen en vrouwen met grote rood bestofte werkschoenen en stoere werkpakken. Het zijn leuke vrolijke mensen, en dat voor de vroege maandagochtend. Dit moet wel een hele bijzondere plek zijn om te wonen. Tijdelijk, de meeste mensen wonen hier een afgebakende periode. We gaan zingend weer op weg. Een korte rijdag vandaag, dus we oefenen nog een keer de tafel van acht en beginnen aan de tafel van drie. Sommen maken is nog steeds favoriet, Isis en Simon willen de beste zijn van de klas as ze terugkomen en hebben zichzelf dit als doel gesteld. Bud en ik worden weer helemaal opgefrist en ons hoofdrekenen wordt met de dag beter. Ons eerste doel is om een berg te beklimmen in het Karijini National Park. Vanaf die berg heb je uitzicht over de bergen en op een grote ijzermijn. Daar aangekomen blijkt dat het een onverharde weg is, berg opwaarts. Wij kunnen er met de camper niet komen. We zijn er even ontzettend chagrijnig van. Isis zegt dat er zoveel andere leuke dingen zijn om te doen en dat helpt. We moeten kijken naar wat wel kan, en niet simmen over wat niet kan. We laten Mount Bruce dus rechts liggen en rijden door naar de camping in het national park. Het is heel basis, ontzettend stil en heerlijk. We zijn er al voor 12 uur dus dat betekent dat we tijd hebben om de wandeling te doen die we voor de volgende dag hadden gepland. Het wordt ons afgeraden in het ravijn te lopen, de afdaling is te moeilijk met de kinderen. Dat moet je natuurlijk nooit zeggen en als we na en half uur wandelen bij de splitsing van het pad komen waarbij links naar beneden gaat het ravijn in en naar de rivier en meertjes toe, en rechts langs de ravijnrand gaat ontstaat een heftige discussie. Simon wil heel graag naar beneden en de avontuurlijke grade 4 (zwaar en onvoorspelbaar) wandeling doen. Isis wil natuurlijk ook. Ik wil voor geen goud, alleen al over het randje naar beneden kijken zorgt ervoor dat mijn knieën knikken. Bovendien heb ik Bink in de draagdoek. Bud is dol op dit soort wandelingen. En omdat vakantie voor ieder wat wils moet zijn besluiten we dat Bud, Isis en Simon in het ravijn afdalen en dat ik langs de rand wandel met Bink en Tom. We gaan elkaar ontmoeten aan het eind van het ravijn, bij de watervallen en nog meer meertjes. Tom is woedend en verdrietig dat hij de makkelijke wandeling met mij moet doen. Zelfs mijn aanbod om de fotocamera te dragen helpt niet om het op te vrolijken. Gelukkig staan er borden over de bijzondere medicinale eigenschappen van planten en bloemen die we tegenkomen. Daar knapt hij van op. Ik ben natuurlijk onrustig over Bud en de kindjes en ben ontzettend blij als ik ze klauterend aan zie komen. Ze hebben het gehaald! Als geiten hebben ze over randen gelopen, Simon is een keer in de modder gevallen, Isis is nat want die heeft een sprong over niet gehaald. Maar ze stralen alle drie over het behaalde succes en de prachtige ongerepte natuur die ze hebben gezien. Ik ben zo ontzettend trots! En realiseer mij dat Simon en Isis inmiddels dingen kunnen die ik niet kan. Ik kan niet alles. Dat is ok, ik realiseer mij dat ik niet alles hoef te kunnen om hun de tijd van hun leven te geven. De natuur is prachtig. De plek waar we zijn is vergelijkbaar met een paradijselijke filmscène. We staan in een ravijn, de watervallen klateren naar beneden, er groeien varens uit de wanden langs het diepblauwe heldere water van het meertje. In een boom op de wand zit een 20-tal kaketoes. Het is ontroerend mooi. Geen wonder dat dit een heilige plek is van de oorspronkelijke Aboriginal bewoners. In hun legende is deze plek gecreëerd door slangen in de tijd dat de aarde nog zacht was. De slangen leven nog altijd in de meertjes onderaan de drie grote watervallen van dit ravijn. Althans, volgens de legende. Want tegenwoordig kan je er gewoon in zwemmen als je wil. Als je maar stil bent. Er wordt van je verwacht respect te tonen voor deze belangrijke plek in de Aboriginal geschiedenis. Wij gaan niet zwemmen, en we zijn stil. Dat wordt je vanzelf als je om je heenkijkt.
Compleet klimmen we het ravijn weer uit en komen weer met beide benen op de grond. De kinderen spreken over limonade en chips en willen gaan werken aan de national park krant met opdrachten die ze hebben gekregen. Zingend lopen we de laatste 1,5km. Met volle monden wordt er meteen gewerkt aan het kleine tafeltje voor de camper. We eten vroeg, en dan willen ze nog even in hun journals werken boven in hun slaapplek. Tom valt bijna meteen in slaap. Die vindt alles erg spannend en is moe. Bink krult zich ook lekker op in zijn holletje en doet meteen zijn ogen dicht. Isis en Simon zijn uitgelaten over het feit dat ze langer op mogen blijven en gaan uit zichzelf slapen omdat ze moe zijn. Het is dan 19u ;-).
Weer een heerlijke dag voorbij.