donderdag 7 juli 2011

dag 9 eighty mile beach - broome: tropen


Feiten:
Aantal auto’s gezien per uur: tot aan Broome roadhouse 5, tussen het roadhouse en Broome 35!
Afstand: 360km Eighty Mile Beach - Broome
Kleuren: Bruin, lichtgroen en geel van de eindeloze vlakten. Lichtblauw van de strakke lucht. Rood van het zand. 
Camping: PCYC in Broome. Een zogenaamde “Overflow camping”. We hebben een prima plek, er is drinkwater en er zijn douche en toiletfaciliteiten. De plaatstelijk ejeugd komt ’s avonds boksen, karate doen en baketballen. Onze kinderen staan een half uur met open mond te kijjken. Daarna kan je je tafels, stoelen en bestek meenemen als je rijst met curry mee wil eten en appel-kruimeltaart toe. Wij komen er te laat achter dat dat kan, morgen misschien?
Plaats van Bestemming: Broome. Warm, bloemig en tropische plaats. Rommelig. 
Mensen: Door de enorme hoeveelheid toeristen zijn de lokale inwoners aan de chagerijnige kant.
Dieren: Veel roofvogels onderweg. Op het laatste stuk heel veel koeien. Meeuwen bij de zee.
Meest opvallend: De klimaatsverandering van fris en zonnig naar heel warm en zonnig.
Hoogtepunt: Bokstraining in het jeugdcentrum
Dieptepunt: Simon spugend achterin de auto nadat hij iets te lang op de Nintendo heeft gespeeld......


 Broome Town Beach

Onderweg moeten we soms ruimte geven aan enorme wegtransporten, zoals deze roadtrain met mijnbouwwerktuigen


We halen de was van de waslijn,ontbijten met muesli want al ons brood is op en er is niets te krijgen, en zijn dan weer onderweg. We hobbelen 9 kilometer terug naar de weg en rijden dan door het niets naar Broome. Er is 1 roadhouse al na 45km, dan is er meer dan 300km alleen maar vlakte en rechte weg. Het is voor het eerst dat we het ver vinden, de weg is eentonig, pas de laatste 30km verandert het landschap van struikjes en woestijn naar groene begroeiing en koeienlandschap. We tanken vlak voor Broome en merken dat de Aboriginal cultuur deel uitmaakt van het normale leven hier. Een geruststellende gedachte. Als we Broome inrijden is het vol en druk. Niet met lokale mensen maar vooral met toeristen. Het is hoogseizoen en alles zit meer dan stamvol. Wij komen te recht op een zogenaamde “overloop” camping. Een veld bij de PCYC, the Police And Culture Youth Club. Zij hebben hun terrein, douches en toiletten opengesteld voor alle mensen die geen plek meer kunnen vinden. Alle inkomsten gaan naar het jeugdcentrum, dus we werken nog mee aan een goed doel ook. De douches en toiletten zijn het netste van alles wat we tot nu toe gezien hebben. Het is een prima plek. Broome is tropisch en totaal anders dan wat we tot nu toe gezien hebben. De huizen zijn koloniaal en hebben tropische tuinen met oleander, hibiscus, bougainville, boabab bomen en palmbomen. De luchtvochtigheid is hoog. De mensen zijn bruinverbrand en lopen er ontspannen bij. Het is ook rommelig en ik denk dat dat vooral met de jonge toeristen te maken heeft die op de strandcampings zitten. Er liggen glazen flessen in de berm, blikjes en andere rotzooi.
Wij zijn warm en moe als we aankomen. We moeten boodschappen doen voor de komende week dus dat doen we eerst. Als we een plek voor de nacht hebben gevonden gaan we naar het strandje vlakbij. Dat is niet het mooie strand, maar het voldoet voor nu. Morgen gaan we de stranden bezoeken waar Broome om bekend staat. En de dinosaurus voetafdrukken bekijken die je bij laag water kan zien. Misschien kunnen we zelfs een kop koffie gaan drinken in een café. Het is tenslotte een toeristenplaats en er is vast iets te krijgen.  Na alle stilte en rust van de afgelopen week vinden we het druk hier, maar ook gezellig. Bink ontwikkelt zich intussen als kleine boef. Zodra hij strand ziet begint hij te schreeuwen dat hij op de grond wil. Op het picknickkleed wil hij geen minuut liggen en hij zorgt ervoor dat hij in een tel in het zand ligt te frunniken. Het kan hem niets schelen dat er zandkorrels van zijn kruin tot zijn tenen zitten. Hij wil wat de andere kindjes doen, en dat doet hij dus......
Broome is echt ver weg van alles. En wij zijn er nu. Dat is een bijzonder gevoel. We hebben zin om de plaats een dag te gaan onderzoeken voor we weer de eenzaamheid in gaan. En wat een leuke bijkomstigheid is, is dat we internet hebben!